Sociaal domein
Ons uitgangspunt is dat wij het sociaal domein (Jeugdwet, Wet maatschappelijke ondersteuning en Participatiewet) budgetneutraal organiseren. Dit betekent dat we willen dat de uitgaven voor het sociaal domein maximaal gelijk zijn aan de budgetten die wij voor het domein beschikbaar hebben.
Tekorten dekken wij uit de reserve sociaal domein, en als deze op is lenen we tijdelijk uit de algemene reserve. Deze onttrekking(en) aan de algemene reserve voegen we later weer toe aan deze reserve vanuit het sociaal domein. Daarvoor is noodzakelijk dat we op termijn die ruimte nog vinden binnen het sociaal domein. Daarmee houden we vast aan de budgetneutraliteit.
In de Kaderbrief 2022-2025 presenteerden wij nog niet door maatregelen gedekte tekorten in de jaren 2022-2025. Ook gaven wij aan dat het Rijk incidenteel € 1,3 miljard beschikbaar stelde voor de jeugdhulp in 2022.
Later werd bekend hoe gemeenten deze middelen mogen verwerken in hun begroting 2022. Ook werd hierbij bekend hoe om te gaan met de jaren 2023-2025. De uitkomst hiervan was dat de gemeenten in 2022 bovenop de eerder beschikbaar gestelde € 300 miljoen nog eens € 1,3 miljard mogen opnemen. Voor 2023 werd bepaald door het Rijk, IPO en de VNG dat gemeenten 75% van de door de arbitragecommissie genoemde bedrag in hun begroting mogen opnemen in plaats van de jaarlijks € 300 miljoen. Op basis van de voorlopige verdeling leidt dit tot de in de tabel bij Compensatie-middelen Rijk voor jeugdhulp genoemde bedragen.
Door deze move van het Rijk wordt de situatie voor onze gemeente in het sociaal domein aanzienlijk beter. Ondanks dat hebben we nog een behoorlijke opgave in het sociaal domein.
Aandachtspunt bij de beschikbaar gestelde compensatiebedragen is nog dat het nieuwe kabinet nog moet besluiten over de structurele middelen na 2022. Gezien de afspraak tussen het Rijk, IPO en de VNG gaan wij ervan uit dat het minimaal de compensatiebedragen worden die gemeenten nu mogen opnemen in hun begrotingen 2022-2025.